Algemene Lawine Info

Steeds meer mensen zoeken in de winter de powder op om een aantal backcountry- ofwel off-piste trips te maken. Ze zoeken de kick van de diepe sneeuw, zijn op zoek naar cliffjumps of willen gewoon de eerste sporen in de ongerepte ‘witte wereld’ maken. Als je off-piste gaat snowboarden, krijg je te maken met de onvoorspelbaarheid van de natuur. De omstandigheden in de bergen zijn geen dag hetzelfde. Hierdoor moet je off-piste altijd rekening houden met lawinegevaar. Door kennis te vergaren over dit onderwerp en extra op te letten in de bergen vergroot je je persoonlijke veiligheid. Daarom dit lawine info artikel op Ultimate-snowboaring.com, doe er je voordeel mee. Heb jij nog vragen of opmerkingen laat die dan achter in de comments.

Lawines
Een lawine is een massa die zich omlaag beweegt langs een bergwand. Lawines kunnen bestaan uit sneeuw, rots, aarde, zand of modder. Aangezien snowboarders normaal gesproken alleen met sneeuwlawines te maken krijgen, gaan we hier uitgebreider op in.

Sneeuwlawines
Op iedere bergwand waar sneeuw ligt, kan zich een sneeuwlawine ontketenen en vormen zich na verloop van tijd lawinesporen. Deze sporen liggen in een duidelijk zichtbare lijn langs een bergwand. Vaak liggen er nog overblijfselen van een vorige lawine. Uit het feit dat er een spoor is kun je opmaken dat je daar makkelijk een lawine zou kunnen veroorzaken. Je moet daarom altijd uit de buurt blijven van deze lawinesporen.

Ontstaan van lawines
Elk sneeuwdek is opgebouwd uit verschillende sneeuwlagen. De dichtheid per laag hangt af van de omgevingstemperatuur tijdens het sneeuwen. De lichtste sneeuw valt bij temperaturen ver onder het vriespunt en als het windstil is. Deze sneeuw vormt zich tot een superdikke luchtige laag sneeuw, champagne genoemd. Sneeuw met een hogere dichtheid, zoals bijvoorbeeld natte sneeuw, valt bij temperaturen rond het vriespunt en vormt een laag papperige sneeuw. Door de verschillende omstandigheden tijdens het sneeuwen zal de verbinding tussen de lagen onderling verschillen. Na verloop van tijd veranderen de sneeuwkristallen binnen de sneeuwlaag door de omgevingstemperatuur en de druk van de lagen onderling. Het figuur geeft de metamorfose van een zeshoekig ijskristal tot korrelsneeuw weer. Deze vervorming duurt bij milde temperaturen een paar dagen, bij veel kou enkele weken tot maanden. Door deze verandering van de sneeuwkristallen kan het sneeuwdek zich langzaam stabiliseren, omdat de lagen zich tot één laag vormen. Deze laag zal uiteindelijk bestaan uit korrelvormige sneeuw.

Soorten sneeuwlawines

  • De losse sneeuwlawine (lockerschneelawine):
    Vanaf het punt waar de lawine zich ontketent, wordt hij groter, omdat hij steeds meer sneeuw met zich meevoert. De losse sneeuwlawine komt vooral voor ten tijde van hevige sneeuwval.
  • De natte sneeuwlawine:
    deze lawines komen vooral voor tijdens de dooiperiodes. Doordat er teveel smeltwater tussen de sneeuwlagen komt, worden de lagen te zwaar en kan alles gaan schuiven.
  • Lawines waarbij de complete sneeuwlaag wegschuift over de ondergrond (rots-, gras- en zandbodem).
  • De slab-lawine (schneebrettlawine):
    bij een zwakke verbinding tussen twee lagen kan de bovenste laag over de onderste gaan glijden. Slab lawines zijn de meest voorkomende lawines. Dit type lawine veroorzaakt de meeste ongevallen. Een slab is een grote plaat samengedrukte sneeuw. De sneeuwplaat ligt als het ware los op het oude sneeuwdek. Het is een nieuwere sneeuwlaag die zich door omstandigheden, zoals bijvoorbeeld temperatuurverschillen, niet heeft kunnen hechten aan de al bestaande laag. Hierdoor ontstaat een zeer instabiel sneeuwdek. Als deze slabplaat te zwaar wordt belast, kan hij losbreken en over de stabielere onderlaag glijden. Een slablawine begint dus niet, zoals bij de losse sneeuwlawine, vanuit een centraal punt. Een slab lawine kun je duidelijk herkennen aan een breuklijn in het sneeuwdek.
  • De samengevoegde slab lawine:
    Deze lawine bestaat uit brokken die langs de bergwand glijden (slab) en losse sneeuw. De losse sneeuw zal een poederwolk vormen waardoor de slab lawine die langs de bergwand glijdt niet te zien is. De brokken ontstaan vanuit een hardere sneeuwlaag.

Factoren van invloed bij lawines

  • Hoeveelheid verse sneeuw:
    Het lawinegevaar wordt groter, naarmate de hoeveelheid verse sneeuw toeneemt. Het kan dan namelijk voorkomen dat de verse sneeuw spontaan over de oude stabiele laag gaat glijden, omdat de lagen nog niet hebben kunnen hechten.Hieronder ziet u een overzicht van de verhouding nieuwe sneeuw- lawinegevaar:
    00 – 20 cm gering gevaar
    20 – 40 cm matig gevaar
    40 – 60 cm aanzienlijk gevaar
    60 cm + zeer groot gevaar
  • Dooiweer, föhn of regen:
    Deze factoren verminderen de sneeuwvastigheid en verhogen dus het risico op lawines.
  • Wind:
    De wind blaast de sneeuw vaak naar de van de wind afliggende bergwand(lijzijde berg). Daar vormt de opgeblazen sneeuw een zeer onstabiele laag, omdat het niet verdeelt neer komt. Op de bergtop vormt de wind vaak een windlip (zie hieronder). De lijzijde is extra lawinegevoelig en kun je, ook al ligt er vaak de beste powder, het best mijden. Op de andere kant van de berg(loefzijde), waar de wind op staat, ligt meestal minder sneeuw. Hier is de sneeuw compacter, wat zorgt voor een stabielere laag.
  • Hellingshoek bergwand:
    Sneeuw glijdt van bergwanden die steiler zijn dan 50º op de minder steile wanden met een hellingshoek die ligt tussen de 30º en 45º. De lawines die hier ontstaan bevatten daardoor meer sneeuw en zijn het meest lawinegevaarlijk. Langs zeer steile bergwanden, > 50º, kunnen spontaan lawines ontstaan. De hellingen met een hellingshoek < 25º zijn over het algemeen minder lawinegevoelig.
  • De Boomgrens:
    Lawines ontstaan eerder boven dan onder de boomgrens.
  • De richting waarop de helling ligt (noord/zuid/oos/west) is ook van invloed. Een zuid helling ligt meer in de zon en is daardoor in de middag vaak gevaarlijker maar een noord helling stabiliseert(omdat deze nooit in de zon ligt) weer veel langzamer en blijft daardoor langer gevaarlijk.

Aanwijzingen van de natuur:
De natuur laat je weten wanneer de condities onstabiel zijn en er dus lawinegevaar is.

  • Maakt de sneeuw ‘whoemm’ geluiden terwijl je glijdt dan zit je in een gevaarlijke situatie. De sneeuwplaat waar je je op bevindt is erg onstabiel. Hij kan ieder moment losbreken en gaan schuiven (slab lawine). De geluiden ontstaan, omdat de zwakkere lagen binnen het sneeuwdek ineenzakken.
  • Ontstaan er barsten in de sneeuw tijdens het rijden, dan wil dit zeggen dat er een slab lawine kan ontstaan. Het sneeuwdek is zo zwak en onstabiel dat de toplagen al van elkaar breken.
  • Als er een soort golfpatroon te herkennen is boven op de sneeuw, dan is er door de wind sneeuw opgestapeld. Op zulke plekken kan een slab lawine ontstaan, omdat de door de wind gevormde sneeuwlaag erg onstabiel is.
  • Is de temperatuur snel gestegen tot boven het vriespunt? Dan kan dat ervoor zorgen dat het sneeuwdek zwak wordt. Ook kunnen de zwak geworden lagen spontaan gaan glijden.

Off-piste boarden voorbereiden

  • Wees reeel in wat je niveau is(afzonderlijk en van de groep) zowel qua techniek als qua conditie. Ken je beperkingen!!!
  • Oefen voordat je off piste gaat regelmatig in het gebruik van je materiaal. Vooral in het gebruik van je lawinepieper!!!
  • Volg een lawinecursus, of beter nog ga op een freeridecamp. Gratis cursussen in oostenrijk op www.saac.at
  • Bekijk voor je vertrekt de routes die je wilt nemen op een kaartje van het gebied of beter nog een speciale routekaart van de bergen. Zorg altijd dat je weet waar je heen gaat en hoe je weer terug komt. Een gids kan ook een oplossing zijn!!!
  • Wees op de hoogte van de weersvoorspellingen. Voorkom dat je door plotselinge mist de weg kwijt raakt. Kleed je ook altijd zo dat je niet verrast kunt worden door een omslag van het weer.
  • Informeer bij de dichtstbijzijnde pistedienst of de route die je gaat nemen verstandig is. Bijna boven aan elke lift is zo’n pistedienst, en meestal zijn zij wel op de hoogte van de situatie. Daarbij komt dat de pistedienst je heeft gezien en dus weet waar je zo’n beetje uithangt.
  • Bel eventueel een lawinedienst en vraag naar de lawinevoorspelling van de dag.
  • Ga met niet meer dan zes mensen off-piste rijden, maar ga ook absoluut nooit met minder dan drie. Drie personen is het minimum, want als er met een persoon iets gebeurt, dan moet er in ieder geval één persoon hulp kunnen halen en één bij het slachtoffer kunnen blijven. Ga je met meer dan zes personen, dan raak je het overzicht kwijt en is het moeilijk elkaar in de gaten te houden. Daarbij komt dat hoe meer personen erbij zijn, hoe meer het sneeuwdek wordt belast en hoe sneller er een lawine kan ontstaan.
  • Vertel de vrienden die niet meegaan waar je gaat rijden en hoelaat je denkt terug te zijn. Neem liefdevol afscheid van je vriend(in)!!!
  • Zorg dat iedereen zijn lawinepieper op zenden heeft staan. Zorg niet alleen dat je pieper op zenden staat, maar controleer dit ook ALTIJD voordat je de piste verlaat(en neem reservebatterijen mee).
  • Vergeet nooit je backcountry uitrusting! Een goede off-piste boarder heeft altijd een rugzak bij zich met daarin het volgende:
    – water, eten
    – bril (goggle met verschillende lenzen)
    – zonnecrème
    – lawinepieper (DOE NOOIT JE PIEPER IN JE RUGZAK MAAR DRAAG HEM ALTIJD ZO DICHT MOGELIJK OP JE LICHAAM!!!)
    – schep
    – telescopische skistok (probe)
    – klimuitrusting (met de daarbijbehorende sneeuwschoenen)
    – ehbo-spullen
    – toolkit
    – tape en/of tie-raps(stel dat de strap van je binding afbreekt, dan begin je zonder tape niks)
    – telefoon
    – aluminium kleurig matje dat het slachtoffer warm kan houden tijdens onderkoeling
    – helm. Stenen liggen soms net onder het oppervlak en ook als je in een lawine terecht komt is je hoofd bijzonder kwetsbaar.

Lawine schaal
Om het lawinegevaar enigszins te verwoorden is er een schaal op gesteld. In Frankrijk, Oostenrijk en Zwitserland is het lawinegevaar op een schaal uitgedrukt met de cijfers 1-5. Als je iedere dag voor je de berg opgaat deze schaal checkt, heb je al een kleine inruk van de condities op de berg.

Verreweg de meeste lawine ongelukken(74%) gebeuren bij lawinegevaar 2 & 3. Voornamelijk omdat er dan veel meer mensen zijn die off-piste gaan maar, vooral bij lawinegevaar 3 moet je al extra goed letten op de route die je kiest en mogelijke risico”s.

1=klein
Het sneeuwdek is over het algemeen stabiel op de meeste bergwanden. Ontketening van lawines is over het algemeen niet aan de orde, alleen bij sterke overbelasting op extreem steile bergwanden. Alleen zeer kleine lawines kunnen spontaan ontstaan.

2=matig
Op sommige steile bergwanden is het sneeuwdek onstabiel. Ontketening van lawines is over het algemeen niet aan de orde, alleen bij sterke overbelasting op zeer steile bergwanden. Spontane start van lawines met grote omvang zijn niet te verwachten.

3=aanzienlijk
Op veel steile bergwanden is het sneeuwdek matig tot slecht gestabiliseerd. Ontketening van lawines is mogelijk. Soms zelfs bij lichte belasting van het sneeuwdek. In bepaalde situaties is een spontane start van een middelgrote lawine mogelijk. In enkele gevallen zelfs grote lawines.

4=hoog
Het sneeuwdek is matig tot slecht gestabiliseerd op de meeste steile bergwanden. Start van lawines kan voorkomen, zelfs bij lichte belasting van het sneeuwdek, op de steilere bergwanden. In bepaalde situaties is een spontane start van middelgrote lawines te verwachten. Grote lawines zijn niet uitgesloten.

5=extreem
Het sneeuwdek is slecht gestabiliseerd. Start van lawines kan al voorkomen bij lichte belasting van het sneeuwdek. Een spontane start van middelgrote tot grote lawines is te verwachten.

In Frankrijk wordt een lawinegevaarlijke bergwand aangegeven met een zwart/geel lint, of door zwart/gele stokken.

Voortbewegen in een lawine gevaarlijk terrein

  • Je hoeft niet op een gevaarlijke helling te zijn om terecht te komen in een lawine of om er 1 te veroorzaken. Doordat je onder- / bovenaan een helling de sneeuw belast kan je al een lawine veroorzaken. Denk hierbij ook niet alleen aan gevaar voor jezelf maar ook aan het gevaar voor de mensen die zich lager op de berg (onder jou) bevinden. De Franse overheid treedt bijzonder streng op tegen de veroorzakers van lawines(waarbij anderen het slachtoffer zijn).
  • Als je gaat hiken met een groep, zorg er dan voor dat tijdens het traversen steeds maar 1 persoon wordt blootgesteld aan lawinegevaar. Ga dus niet met 4 man tegelijk in een lijn over het sneeuwveld hiken, maar ga één voor één. Als één persoon van de groep door de lawine zou worden bedolven, dan zijn de kansen om gered te worden door de rest van de groep nog redelijk goed.
  • Ga je hiken, blijf dan bij lawinegevoelige plekken op de bergwand vandaan. Kies altijd een veilige route, bijvoorbeeld langs de toprand van een berg, waar je vaak nog over een rots kunt lopen, omdat al de sneeuw er al is weggewaaid. Dichte bebossing, en de bodem van een vallei zijn redelijk veilige plekken om je door te verplaatsen. Vermijd grote, steile bowls, chutes en gullies. Blijf altijd uit de buurt van lawinesporen.
  • Als je ervoor kiest om over een lawinegevoelige helling te boarden, bedenk dan goed hoe je het risico dat je gaat lopen voor jezelf en voor anderen kan minimaliseren. Zoek de veiligste route uit. Overleg met elkaar wie als eerst naar beneden gaat (ga nooit met z’n allen tegelijk naar beneden!!!). Bespreek met elkaar waar je gaat stoppen. Zorg dat je kunt uitwijken naar een veilige plek als er een lawine ontstaat en houd elkaar in de gaten tijdens het afdalen.

Gepakt door de lawine
Als je een lawine achter je aan krijgt, probeer dan zo snel mogelijk naar de zijkant te boarden. Kan je echt niet meer voor de lawine wegvluchten, probeer dan zo snel mogelijk van je rugzak en snowboard af te komen. De lawine zal je dan minder ondertrekken. Eenmaal gepakt door de lawine, probeer dan d.m.v. zwembewegingen zoveel mogelijk hoogte te winnen. Je kunt hard schreeuwen, maar sneeuw dempt al het geluid. Onder de sneeuw zal dus niemand je meer horen. Zorg ervoor dat er geen sneeuw in je mond en neus komt. Hier zou je in kunnen stikken. Zorg daarom dat je ten aller tijden je jas tot boven je mond dicht zipt.

In de lawine

  • Houd je armen voor je gezicht en zorg ervoor dat je een ruimte vrijhoudt voor je gezicht om te kunnen ademen.
  • Probeer rustig te blijven.
  • Voel of je je kan bewegen en of je niet niets gebroken hebt
  • • Je kunt door te spugen zien wat boven en onder is. Probeer de oppervlakte van de lawine te bereiken door jezelf uit te graven.
  • Het klinkt misschien raar, maar pis zo snel mogelijk in je broek! De geur die je hierdoor verspreidt is heel goed te herkenen door de lawinehonden.

Lawineslachtoffer zoeken

Het slachtoffer zoeken

  • Bel voordat je gaat zoeken eerst de reddingsdienst. Want het duurt vaak minstens 45 minuten voordat hun ter plaatse zijn.
  • Voordat je begint het slachtoffer te zoeken, kun je het beste een moment nemen om de groep te organiseren. Hierbij ligt het er natuurlijk aan hoe groot je groep is.
  • Kijk voordat je begint met zoeken of er niet nog een lawine langs dezelfde bergwand naar beneden kan komen. Bedenk daarom ook een vluchtroute. Wijs iemand aan die op de uitkijk gaat staan.
  • Zorg dat iedereen een taak heeft.
  • Markeer de punten waar het slachtoffer voor het laatst is gezien. Vanaf hier moet je beginnen met zoeken.
  • Zorg dat alle piepers op ontvangen staan. Hierdoor vermijd je dat je elkaar signaal op zou zoeken in plaats van het signaal dat de pieper van het slachtoffer geeft.
  • Ga verspreid zoeken over het lawinegebied waar het slachtoffer het laatst gezien is. Zoek in een natuurlijke lijn naar beneden over het lawinegebied.
  • Mocht je een muts of iets dergelijks onderaan de lawine vinden dan kan dit de richting aangeven waarin je moet zoeken.
  • Wordt er een signaal vanuit de lawine opgepikt, zoek dit signaal dan maar met één pieper af. Dit doe je om te voorkomen dat je elkaars signalen stoort. De rest van de groep blijft met de andere piepers de rest van de lawine afzoeken. Houd rekening met de zoekafstandinstelling die je kunt instellen op de pieper voor het zoeken. Als de pieper een hardere toon geeft, wil dit zeggen dat je dichter bij het gevonden signaal komt. Je moet nu je pieper op een kleinere afstand instellen.
  • Volg het signaal met de lawinepieper tot je een zeer kleine cirkel over hebt waarbinnen het signaal zich bevindt. Begin nu pas met probes (stokken die je verticaal de sneeuw inprikt om te voelen of er iets onder de sneeuw ligt) te zoeken. Ga zij aan zij staan en prik de probes tegelijk in de sneeuw. Als je met de probe iets voelt, laat dan de probe in de sneeuw zitten en graaf langs de probe naar beneden. Graaf niet met teveel mensen, want dan loop je elkaar alleen maar in de weg.
  • Als je het slachtoffer hebt gevonden, vergeet dan niet om zijn pieper om te schakelen naar ontvangen. Hierdoor stoort zijn piepsignaal niet de anderen signalen van de mensen die nog aan het zoeken zijn.
  • STOP NOOIT MET ZOEKEN

Slachtoffer gevonden

  • Graaf eerst het gezicht en de borst uit. Verwijder sneeuw uit de mond en neus.
  • Stel de staat van het slachtoffer vast. Is het slachtoffer bij bewustzijn. Houd er rekening mee dat ieder persoon die uit een lawine komt onderkoeld kan zijn, ook al zegt het slachtoffer van niet. Laat hem niet meteen opstaan, omdat het hart in een gevoelig stadium is. Het bloed uit de ledematen is veel kouder dan het bloed in het lichaam. Dit koude bloed mag zich niet te snel mengen met het bloed bij het hart.
  • Zorg zo snel mogelijk voor professionele hulp.
  • Wordt een lawineslachtoffer niet gevonden, laat dan, afhankelijk van de groepsgrootte, een paar mensen naar beneden gaan om hulp te halen.

Misverstanden omtrent lawines

  • Een lawine ontstaat uit zichzelf en bedelft je wanneer je je toevallig in zijn spoor bevindt.
    Dit gebeurt zeer zelden. Je kunt het risico nog verkleinen door lawineberichten te lezen en door op de piste te blijven op de dagen met een hoog lawinegevaar. Lawineslachtoffers veroorzaken vaak de lawine waar ze in terecht komen. De oorzaak hiervoor is, dat ze geen kennis hebben van de omstandigheden waarin ze zich bevinden.
  • Bij koud weer ontstaan er geen lawines.
    Dit geldt alleen bij een nat sneeuwdek. Het sneeuwdek wordt redelijk snel stabiel als alle lagen die door bijvoorbeeld regen of smeltwater doorweekt zijn bevriezen. Bij warmer weer ontstaat er gevaar wanneer de toplagen door de zon ontdooien. De toplagen worden heel zwaar als ze nat worden en kunnen gaan glijden door hun gewicht. Dit is een natte sneeuwlawine. Droge sneeuwlawines daarentegen kunnen bij de laagste temperaturen ontstaan. De kou conserveert de spanning in het sneeuwdek. Hierdoor blijft het sneeuwdek onstabiel. Dit komt ook omdat er geen kristalvorming is.
  • Een dun sneeuwdek is niet lawine gevaarlijk.
    Een dunne sneeuwlaag stabiliseert zich niet onder zijn eigen gewicht zoals een dikke sneeuwlaag dat doet. Vooral bij koud weer met zonneschijn zal de dunne sneeuwlaag zich snel vormen tot zwemsneeuw, wat weer een zwak fundament vormt voor de volgende laag sneeuw. Een sneeuwlaag die zo dun is dat de rotsen en graspollen blootliggen geeft een onterecht gevoel van veiligheid. Natuurlijk zijn niet alle dunne lagen gevaarlijk, maar de dikte zegt weinig over de veiligheid.
  • Een bos biedt goede bescherming tegen lawines.
    Een bos geeft onterecht een veilig gevoel. Als er genoeg ruimte is om vrij tussen de bomen door te boarden, biedt het bos geen bescherming tegen een lawine. Wanneer een lawine ontstaat zal deze zich moeiteloos een weg zoeken tussen de bomen. Eenmaal op snelheid worden de bomen omvergeduwd als luciferhoutjes.
  • Snowboardsporen of diersporen in de sneeuw geven aan dat er geen lawinegevaar is.
    Als je een spoor van een andere snowboarder ziet, wil dit niet zeggen dat je veilig kunt volgen. Gedurende de dag veranderen de omstandigheden. Wat in de ochtend een stabiele sneeuwlaag was, kan in de middag door de zon zijn verwarmd en onstabiel zijn geworden. Ook kan het zo zijn dat de boarder die voor je is geweest net een sneeuwplaat heeft afgesneden met zijn kant, waardoor er een groot gevaar is dat de plaat gaat glijden als jij erover heen gaat. Diersporen zeggen weinig, omdat een dier lang niet zoveel weegt als een mens en het sneeuwdek door een dier op een andere manier wordt belast dan met een snowboard.
  • Rotsen in de bergwand verankeren de sneeuwlaag.
    Dit geldt alleen voor grondlawines en de allereerst gevallen sneeuw. Lawines glijden meestal over de oudere onderlaag en negeren daardoor de oneffenheden in de bodem.
  • Op een kleine bergwand zal het niet gebeuren.
    Volume en gewicht van de sneeuwmassa worden vaak erg onderschat. Een klein stuk sneeuwdek van 20m x 30m x 35m weegt afhankelijk van de soort sneeuw al gauw tussen de 25 en 40 ton!!! Dit kan al een lawine geven met dodelijke afloop.
  • Na twee of drie dagen heeft de verse sneeuw zich gestabiliseerd en is het sneeuwdek dus veilig.
    Het sneeuwdek heeft zich in deze korte tijd alleen aan de oppervlakte kunnen stabiliseren. De binding tussen de sneeuwkristallen onderling is versterkt, maar tussen de sneeuwlagen hoeft geen verbinding te zijn ontstaan. Dit legt de basis voor een slab lawine waarbij de bovenste lagen over de stabielere onderlaag kunnen gaan glijden.
  • Op deze bergwand heb ik nog nooit een lawine gezien, dus het is veilig.
    Elke bergwand is in principe lawinegevaarlijk. Natuurlijk is de ene bergwand gevoeliger voor lawines dan de andere door haar vorm en ligging. Op elke bergwand kan een lawine ontstaan.
  • et een stok in de sneeuw slaan geeft een goede peiling van de toestand van de stabiliteit van het sneeuwdek op de bergwand.
    Een levensgevaarlijk misverstand dat overal terug te vinden is. Het prikken in de sneeuw wordt gedaan om te kijken of er harde lagen in het sneeuwdek zitten. Deze test vertelt alleen iets over de loodrechte belastbaarheid van het sneeuwdek en niet over hoe de verbinding is tussen de lagen.
  • Lawines zijn alleen bij slecht weer te verwachten, vandaag is het helder en dus is er geen lawinegevaar.
    Met slecht weer ontstaan er veel spontane lawines door de hevige sneeuwval en de harde wind. Dit wil niet zeggen dat het gevaar wijkt als de zon begint te schijnen. De eerste dag dat de zon begint te schijnen is de gevaarlijkste dag. Door verwarming van de zon wordt de topsneeuwlaag extra zwaar, waardoor de spanning in het sneeuwdek toeneemt. Hierdoor neemt de stabiliteit van het sneeuwdek af.

Onthoudt, Je kan nog zoveel over de sneeuw en lawines weten, er is altijd meer wat je niet weet. Deze lawine-info is zo zorgvuldig mogelijk samengesteld. Mochten er desondanks fouten in staan of dingen ontbreken, meldt het ons dan!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *